Onderstaand filmpje van Ecopedia zet je alvast goed op weg
en toont duidelijk en beknopt hoe je bomen met blote wortel aanplant:
Dit verloopt voor jouw fruitboom op dezelfde manier, al zijn er extra aandachtspunten:
- Periode van aanplant:
- Het planten van bomen met blote wortel kan alleen tijdens de winterrust, meestal nadat de planten al hun bladeren hebben verloren. Deze periode loopt gemiddeld van november tot april.
- Het planten van bomen met blote wortel kan alleen tijdens de winterrust, meestal nadat de planten al hun bladeren hebben verloren. Deze periode loopt gemiddeld van november tot april.
- Voorbereidingswerken:
- Bereid uw plantputten voor zodat u de dag van afhaling de boom onmiddellijk kan planten.
- Kan u niet onmiddellijk planten? Graaf een tijdelijke put op een vochtige plek, zet al uw bomen hier samen in, doe de verkruimelde aarde over de wortels en duw goed aan. Bomen inkuilen zorgt ervoor dat ze ’s winters probleemloos enkele weken overbruggen.
- Heeft u een groot aantal bomen te planten? Plant ze één voor één en laat de rest van de bomen ingekuild of beschut van wind en zon staan tot het hun beurt is. Een zonnige winderige winterdag is heerlijk om in te werken, maar de (fijne) wortels van uw boom geraken sneller gevriesdroogd dan u zou denken en dit is nefast voor een goeie start.
- Grootte plantput:
- maak je plantput zeker ruim genoeg.
- Zorg ervoor dat er zeker geen water in je plantput staat.
- Grondlagen:
- Neem de eventuele graszode (definitief) weg
- Leg de bovenste laag grond (zwart, humusrijk) op een eerste hoop.
- Leg de grond van dieper in je put op een tweede hoop.
- Hou deze, ook bij het opnieuw vullen van de plantput, gescheiden.
- Voeg eventueel (goed verteerde!) compost toe bij het planten
- Steunpalen:
- Zet je slechts 1 paal, zet deze dan best aan ZW kant van je boom. Dit is dominante wind zijde en zo vermijd je dat je boom te vaak tegen de paal gewaaid wordt en beschadigd raakt.
- plaats je palen in je plantput voor je de boom plant, dan moet je ze minder diep kloppen.
- de hoogte van de palen moet lager zijn dan de aanzet je onderste gesteltakken.
- Eerste vormsnoei
- Snoei je hoogstam voor je hem plant, lekker gemakkelijk.
- Kies een harttak en laat deze ongemoeid
- Knip de gesteltakken terug tot eenzelfde hoogte (een lager ingeplante gesteltak zal dus langer zijn) en op een oog dat naar buiten gericht is.
- Knip onder 45° 1-2 mm boven het oog. Laat, zeker bij steenfruit, geen stompje staan.
- Vertrek je van een twee- of drietakker? Snoei de twee gesteltakken terug tot de onderste 3-4 ogen. Daarvan zullen er meerdere uitlopen zodat je volgend jaar je eerste gestel kan vormen en een harttak kan kiezen.
- Planten boom:
- Plaats de boom op de bodem van je plantput.
- Verkruimel de aarde van je diepste hoop en gooi deze rond je boom.
- Verkruimel de ‘zwarte’ grond van je tweede hoop en gooi deze rond de boom.
- Neem je boom vast een schud deze voorzichtig op en omhoog tot de wortelhals (de aanzet van de wortels) net boven het maaiveld komt.
- Hou de boom recht en stamp aan. Zet de tip van een schoen dicht bij de stam en stamp zo rondom rond aan. Gooi eventuele restgrond in de buitenrand waar het nu wat dieper ligt.
- Controleer nogmaals dat de aanzet van de wortels zichtbaar blijven.
- Nazorg:
- Bevestig de boom aan de steunpaal/palen met boomband of oude fietsbanden. Span deze niet te hard aan en gebruik een zacht en rekkend materiaal dat niet kan ingroeien of snijden in de boom.
- Vermijd de eerste 3-5 jaar concurrentie van grassen en andere planten in de boomspiegel, zijnde de zone onder je kruin rond de stam.
- Indien je compost (of vanaf jaar 2 stalmest) beschikbaar hebt kan je deze in de boomspiegel (de zone onder de kruin) aanbrengen. Het bodemleven en de regen doen de rest. Eventueel kan je een stevige karton leggen tussen de grond en de aangevoerde compost en stalmest om zo onkruid en gras af te dekken/te onderdrukken.
- Leg eventueel compost, houtsnippers, stalmest, maaisel,… echter NOOIT tot tegen de stam maar hou 5-10 cm afstand. Deze bieden namelijk perfecte schuilplaats voor muizen die van daaruit je stam zullen aanvreten en je boom kunnen ringen en doden.
- Scheur of knip zijscheuten op de stam of wortelscheuten stelselmatig weg, deze concurreren namelijk met je kruin of boom. Eens je boom en kruin goed vertrokken is zou de vorming hiervan normaal gezien grotendeels moeten stilvallen.
- Geef de bomen water in drogere periodes. Geef liever 1 keer per week 50L dan elke dag 10L als het echt droog is. Mits een goede standplaats zou alles van hoogstambomen na 1-2 jaar zelfredzaam moeten zijn. Halfstammen kunnen langer hulp gebruiken. Laagstammen en leibomen gaan in droge periodes levenslang watergift kunnen gebruiken omdat ze een veel kleiner wortelgestel hebben en dus sneller in waternood komen.